de kraamtijd

DE EERSTE WEEK NA DE GEBOORTE

Het is de taak van de verloskundige om in de eerste week na de bevalling de gezondheid van moeder en kind te controleren. Dat begint al vlak na de bevalling. We blijven dan een à twee uur, zodat we zeker weten dat alles goed gaat. Je baby wordt door ons nagekeken. De kraamverzorgster helpt je op weg met de (borst)voeding, douchen, toiletgang en de verzorging van de baby.

In de eerste dagen na de bevalling komen we geregeld bij je langs voor de kraamcontroles. We overleggen met de kraamverzorgster hoe alles verloopt. Alles wat er in het kraambed gebeurt heeft onze aandacht. Zo houden we het welbevinden van moeder, partner en kind(eren) in de gaten. Als je vragen hebt, stel ze gerust.

KRAAMZORG

De kraamverzorgster is ‘ons oog en oor’. Zij helpt jullie als kersverse ouders op weg. De kraamverzorgster begeleidt de babyverzorging en geeft daarover allerlei tips. Ze helpt mee in het gezin en zorgt er zo voor dat de moeder zich kan ontspannen en optimaal herstelt van de bevalling.
De belangrijkste taak van de kraamverzorgster is het bewaken van de gezondheid van moeder en kind. Zij controleert de temperatuur, pols, de stand van de baarmoeder, de hechtingen, de toiletgang en het bloedverlies. Bij de baby meet zij de temperatuur en kijkt naar de huidskleur, het gedrag en hoe hij drinkt, poept en plast.
Wanneer de controles afwijken van het normale, neemt zij contact met ons op.

LICHAMELIJK HERSTEL

Je kraamweek en aansluitende kraamtijd is er om bij te komen van de geboorte en te wennen aan het ouderschap. Jullie leren – samen met de kraamverzorgster – de baby te verzorgen en je lichaam herstelt zich van de bevalling.

  • Na de bevalling kun je last hebben van naweeën. Dit kan pijnlijk zijn, maar het helpt je sneller herstellen. Op de plaats waar de placenta zat, is immers een wond ontstaan. Het samentrekken van de baarmoeder verkleint het wondvlak. Zo verlies je minder bloed. Als je erg last hebt van de naweeën, kun je paracetamol gebruiken.

  • In het begin heb je helderrood bloedverlies, in een ruime hoeveelheid. Na een paar dagen neemt het af en wordt het bloed donkerder van kleur. Je kunt tot zes weken na de bevalling nog kleine hoeveelheden bloed verliezen.

  • Na de bevalling komt de melkproductie op gang. Daarbij neemt de omvang van je borsten toe. Rond dag vier na de bevalling zijn je borsten het grootst. Ze voelen pijnlijk en gespannen aan. Dit noemen we stuwing. Door frequent te voeden in verschillende houdingen, kun je de klachten verlichten. De kraamverzorgster begeleidt je hierbij. Ook wanneer je geen borstvoeding geeft, krijg je in de regel stuwing. Een goed steunende beha helpt de druk te verminderen. Je kunt ook paracetamol nemen tegen de pijn. Meestal nemen de klachten na een paar dagen af.

  • Slaap is essentieel voor je herstel in de kraamtijd. Zorg dat je genoeg slaapt, ook overdag wanneer je baby slaapt. Het is verstandig niet teveel bezoek op één dag te plannen. Zeg het duidelijk tegen je bezoek als je rust nodig hebt.

  • Enige weken tot maanden na je bevalling kun je een aantal klachten hebben: moeheid, snel geïrriteerd zijn, duizeligheid, vergeetachtigheid, concentratieproblemen, somberheid, huilerigheid, hoofdpijn of rugpijn. Deze klachten komen vaak voor, maar zijn meestal van voorbijgaande aard. Wanneer ze je dagelijkse bezigheden hinderen, neem dan contact met ons op. Je kunt ook je huisarts vragen om advies.

BABYVERZORGING

In de kraamtijd leer je een heleboel over de verzorging van je baby. We willen een paar belangrijke dingen noemen, waar je alvast rekening mee kunt houden.

In het begin merk je dat de meeste tijd gemoeid is met de voeding van de baby. De voeding vraagt in de eerste week veel aandacht, omdat zowel jijzelf als je baby moeten leren hoe het moet. De kraamverzorgende helpt je om samen de juiste houding te vinden. Voor specialistische hulp bij de borstvoeding kun je een lactatiekundige inschakelen.

Het maken van flessenmelk is een kunst op zich. In de kraamtijd krijgt de baby elke dag wat meer. De kraamverzorgster vertelt je hoe je de voeding precies klaarmaakt en welke speen je het best kunt gebruiken. Vlak na de geboorte krijgt de baby vitamine K. Dit is nodig om bloedingen te voorkomen. Als je borstvoeding geeft, moet je vanaf één week na de geboorte dagelijks zelf 150 mcg vitamine K toedienen. In kunstvoeding zit al vitamine K, daarbij hoef je niet extra toe te dienen. Voor een gezonde groei wordt geadviseerd dagelijks 10 mcg vitamine D te geven.

Een jonge baby slaapt veel. Dat heeft hij nodig om goed te groeien. Met rust en regelmaat kunnen de hersens van de baby zich optimaal ontwikkelen. Hier vind je tips over veilig slapen.

Een jonge baby huilt ook best veel. Twee tot drie uur per dag is normaal. Huilen is voor een baby dé manier om te laten weten dat hij honger heeft of zich niet prettig voelt. Als je baby (te) veel huilt of je vindt het moeilijk om daar goed mee om te gaan, neem dan gerust contact met ons op. Ga in elk geval nooit met de baby schudden; dat kan ernstige hersenbeschadiging tot gevolg hebben.

Goede informatie over het huilen van baby’s vind je hier:

Deze websites kun je ook raadplegen voor de algemene verzorging van pasgeboren baby’s. Kijk hier ook eens voor boeken over babyverzorging.

Binnen zeven dagen heeft je baby zijn eerste prik al te pakken: de hielprik. Daarbij wordt bloed afgenomen uit de hiel van de baby. Dit is de plek waar dat het gemakkelijkst gaat. Het is fijn als je baby warme voetjes heeft, dan verloopt de bloedafname soepeler. Als je wilt kun je de baby zelf vasthouden tijdens de hielprik. Je kunt hem na de prik troosten, door hem dicht tegen je aan te houden en eventueel voeding te geven.

Het doel van de hielprik is het opsporen van een aantal zeldzame, maar ernstige aandoeningen. Door het innemen van medicatie of het volgen van een dieet, kunnen de gevolgen van deze ziekten beperkt of voorkomen worden. Tegenwoordig wordt er op zeventien aandoeningen gescreend. Als er een afwijkende uitslag is, hoor je dit binnen zes weken via de huisarts. Geen bericht is goed bericht!

Meer informatie over de hielprik vind je in de folder die je van ons krijgt of bij het RIVM. Over dragerschap kun je informatie vinden bij www.erfelijkheid.nl

Aansluitend aan de hielprik wordt de gehoortest uitgevoerd. Goed kunnen horen is een belangrijke voorwaarde voor het leren spreken. Bij de gehoortest krijgt de baby een zacht dopje in het oor. Daarin zit een microfoontje en een speaker. Via het dopje hoort de baby klikgeluiden. Een gezond oor reageert op deze geluiden door zelf geluid te produceren. Het microfoontje vangt dit op. Als het oor goed reageert, is de functie van het binnenoor in orde. Beide oren worden apart getest. De test duurt enkele minuten. Meestal merken baby’s weinig van deze test. Het is beter om de baby van tevoren niet in bad te laten gaan; als er water in de oren achterblijft, kan de test mislukken. De uitslag van de gehoortest krijg je meteen na afloop.

Zes weken na de bevalling mag je bij ons op nacontrole komen. Het is natuurlijk leuk als je de baby meeneemt. Maar het hoeft niet persé. De nacontrole is namelijk een controle voor de moeder.

We zijn altijd benieuwd hoe het met jullie is gegaan in de periode na de kraamtijd. We hebben het uitgebreid met je over je ervaringen in de zwangerschap en bij de bevalling.

We willen graag weten hoe je bent hersteld van de bevalling: of het bloedverlies is gestopt, of je last hebt van bekkenbodem, vagina of moeite hebt met het ophouden van urine of ontlasting. Ook seksualiteit en anticonceptie komen aan de orde.

Ook kunnen we het ijzergehalte in het bloed, de bloeddruk en het gewicht nog een keer bepalen.

Tot slot zullen we je vragen hoe je onze zorg hebt ervaren. Het is altijd fijn om positieve reacties te krijgen, maar we horen ook graag hoe we onze zorg kunnen verbeteren. Zo kunnen we die blijven optimaliseren.